Niet lullen, maar poetsen

Niet lullen, maar poetsen

Een vrolijke dame stapt mijn praktijk binnen. Ze neemt plaats op een stoel van het zitje dat ik heb staan en vertelt me dat ze met een burn-out is uitgevallen op haar werk en  nu thuiszit. Het gaat niet goed met haar en ze wil graag met mij aan zichzelf werken. De lach wijkt geen moment van haar gezicht.

Levensverhaal

Ik begin met het noteren van haar algemene gegevens en vraag naar haar levensverhaal in grote stappen. Ze vertelt dat ze de tweede is in een rij van vier kinderen en dat ze een fijne jeugd heeft gehad. Ze heeft nu zelf een gezin met haar partner en zoontje. Ze is dol op haar kleine vent en geniet erg van hem. Daarna vertelt ze dat ze is vastgelopen in haar werk, omdat ze heel veel op haar bord heeft en dat ook nog eens heel graag goed wil doen. Ze ziet precies wat anderen laten liggen en pakt dat er dan ook nog even bij. Delegeren vindt ze lastig, want de anderen begrijpen haar niet en kunnen het ook niet zo goed als zij het kan.

De lacht blijft.

Glimlach

Het lijkt me tijd aan te geven dat het mij opvalt dat ze alles vertelt met een glimlach op haar gezicht. Ook als ze vertelt dat het níét goed met haar gaat. Herkent ze dat? Ze laat haar masker zakken en krijgt tranen in haar ogen. Ze herkent dit zeker, maar weet niet hoe anders.

Masker af

Zonder masker vertelt ze hoe moeilijk ze het soms vindt de zorg voor haar zoontje te dragen. Dat ze het met haar zoontje echt niet altijd leuk vindt, hoe gek ze ook op hem is. En hoewel haar ouders dol op haar zoontje zijn en heel graag oppassen, verwijten ze haar (in haar ogen) steeds vaker dat ze hem wel heel vaak uitbesteedt. Ze vindt het heel lastig aan te geven dat ze het eigenlijk even niet trekt en dat ze het heel lastig vindt met een peuter in huis. Ook heeft ze nog niet verteld dat ze in de ziektewet zit.

Overlevingsmechanisme

Ik neem haar mee terug naar haar eigen jeugd en vraag hoe ze bij haar thuis omgingen met emoties en gevoelens. In het prima ‘nest’ waar ze uitkomt bleek daar niet veel ruimte voor te zijn. Het was meer ‘niet lullen, maar poetsen!’. Ze kreeg niet voldoende ruimte te delen hoe het echt met haar ging en hoe ze zich voelde. Hierdoor heeft ze niet geleerd over haar gevoel te praten of te laten zien wat er echt in haar omgaat. De prachtige glimlach is een overlevingsmechanisme geworden.

In de sessies die volgen leert ze steeds meer dat ze zichzelf helemaal mag laten zien. Dat gaat niet vanzelf en is soms erg confronterend. Nog steeds gebruikt ze haar glimlach en maakt ze haar verhaal mooier dan het is. Maar ze is zich daar meer van bewust en kan nu kiezen wanneer ze haar glimlach inzet en wanneer het niet nodig is.

Door haar bewust te maken van het masker en haar steeds stil te zetten bij wat er achter dat masker gebeurde, kon ik mijn cliënt weer meer laten voelen wat ze zelf nodig had.

Emoties horen er bij

Het is voor ons belangrijk als kind terug te kunnen vallen op een basis met affectief betrokken ouders. Daarmee bedoel ik ouders die er echt voor je zijn, die ruimte voor jou hebben en invoelend en zonder oordeel naar je luisteren. Natuurlijk zijn ouders ook gewoon mensen die af en toe hun dag niet hebben. Dan hebben ze even geen ruimte om er helemaal voor hun kind te zijn. Maar wanneer ouders daar transparant in zijn, is dat helemaal niet erg. Kinderen leren zo dat het af en toe even niet goed hoeft te gaan, dat ouders niet onfeilbaar zijn. Dat emoties er gewoon bij horen.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *